zaterdag 12 mei 2012

Non-verbale communicatie

Communicatie bestaat uit 7% verbale communicatie en 93% non-verbale communicatie. Enkele vormen van non-verbale communicatie zijn lichaamstaal, je houding, gebaren en afstand.

Lichaamstaal is verantwoordelijk voor je eerste indruk. Geef je een slap handje en neem je een gesloten houding aan, dan zal het al rap duidelijk worden dat je wat verlegen bent.
Tijdens een gesprek is het een goeie tip om het oogcontact te 'onderhouden'. Als je je gesprekspartner regelmatig aankijkt toon je interesse en betrokkenheid, en het nodigt ook uit om verder te praten.
Door je armen te kruisen kom je afstandelijk over, het schijnt zelfs dat je meer zelfzekerheid uitstraalt als je met lege handen communiceert. Het is dus een goed idee om je handen te gebruiken tijdens het praten, gebaren kunnen je boodschap ondersteunen maar een wijzende vinger vermijdt je best.

Respecteer de persoonlijke zone (45-120cm) van je gesprekspartner, kom dus niet te dichtbij want dit geeft niet altijd een goeie indruk. Het is niet nodig om mensen die je niet zo goed kent veel aan te raken. Ook let je het best op met je gezichtsuitdrukkingen. Bij het fronsen van je wenkbrauwen kan je gesprekspartner het gevoel krijgen dat je niet akkoord bent.

Non-verbale communicatie hangt ook van cultuur tot cultuur af. In China bijvoorbeeld wordt beweerd dat non-verbale communicatie belangrijker is dan verbale communicatie. Chinezen zullen zich irriteren aan een spreker die zijn armen gebruikt bij het spreken, ook verkiezen Chinezen eerst te knikken alvorens een hand te schudden.
Als iemand in China geeuwt of staart wil dat zeggen dat die persoon nieuwsgierig of verrast is, terwijl dit bij ons een volledig andere betekenis heeft. Bij het opsteken van de middelvinger voelen wij ons beledigd, maar in China wordt dit niet negatief geïnterpreteerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten